Traplift
In veel huizen zijn trappen aanwezig. Voor de vergrijzende bevolking kan dit echter een obstakel vormen door lichamelijke achteruitgang. Als mensen die o.a. op dat gebied beperkt zijn, toch thuis willen blijven wonen, kan de traplift een uitkomst bieden.
De lift maakt het mogelijk dat de persoon op een stoel kan gaan zitten, die via een rails van verdieping naar verdieping kan gaan. In combinatie met een rolstoel wordt dit natuurlijk wel lastig. Personen die deze lift gebruiken moeten dus niet compleet rolstoelafhankelijk zijn.
​
De traplift is niet een hulpmiddel die iedereen zomaar kan krijgen. Om een idee te geven zijn hieronder een aantal prijsindicaties neergezet:
-
Rechte traplift: v.a. € 2.750 (tweedehands v.a. € 2.000)
-
Lift met enkele bocht: v.a. € 6.000 (tweedehands v.a. € 4.500)
-
Lift met dubbele bocht: v.a. € 8.000 (tweedehands v.a. € 6.000)
​
Aangezien een traplift met mobiliteit en autonomie te maken heeft,
valt het onder de WMO (Wet Maatschappelijk Ondersteuning).
Of een persoon in aanmerking komt voor een subsidie of vergoeding,
is sterk afhankelijk van zijn of haar leefsituatie en inkomen.
In ieder geval moet er een verklaring van de arts zijn,
waarin wordt verklaard dat traplopen voor de desbetreffende
persoon gevaarlijk is. Met deze verklaring kan bij de gemeente
een aanvraag worden ingediend.
Deze zal een vergoeding of subsidie al dan niet toewijzen,
op basis van de eerder genoemde leefsituatie en inkomen.
​
Er zijn drie opties te onderscheiden: de aanvraag wordt afgewezen,
er komt een vergoeding in natura of er komt subsidie
in de vorm van PGB (persoonsgebonden budget).
In natura houdt in dat de gemeente een traplift uitkiest (een tweedehandse is daarbij ook mogelijk). Daarbij kan ook een eigen bijdrage gevraagd worden. Bij het PGB heeft de aanvrager veel meer zeggenschap. Deze krijgt dan namelijk een budget toegewezen die deze zelf mag besteden. Echter varieert de hoogte van dit budget per persoon. De gemeente beoordeeld zelf hoe hoog dit bedrag wordt.
​
​